En toen waren we in....
Door: Niek de Goeij
Blijf op de hoogte en volg Niek
15 April 2008 | Lesotho, Maseru
...Lesotho!
Tsja, het kan allemaal snel gaan in het leven. Iets meer dan twee weken geleden zat ik aan het ontbijt bij de ouders van Abby in Virginia, klaar met inpakken om het vliegtuig van Richmond via Amsterdam naar Lusaka te nemen, toen de telefoon ging.
Dat de telefoon daar gaat is niet zo vreemd, maar dat het voor mij was wel. Het bleek de regiodirectrice van Zuidelijk Afrika van CRS te zijn. Zij is verantwoordelijk voor alle programma's in landen als Zambia, Zimbabwe, Angola, Malawi, Botswana, Namibie, etc. Een behoorlijke klus dus. Ze belde eigenlijk met een korte vraag: of Abby en ik er zin in zouden hebben om naar Lesotho te verhuizen om daar een tijdje aan de slag te gaan. Nou, dat was dus even een grote verrassing!
Mijn fellowship bij CRS is alles bij elkaar toch nogal vreemd verlopen. Eerst die problemen met de Pakistan visa (die we nu dus wel allebei in onze paspoorten hebben), het vertrek naar Zambia in januari, en nu dus ineens een "bliksemtransfer" van het Zambia-programma naar Lesotho!
Op zich hebben wij het heel goed naar onze zin gehad in Zambia. Lusaka is een kalme en veilige stad waar het goed toeven is met een gezellige club expats. De BBQs zijn groot en het bier schuimt er flink. Daarbij zijn Zambianen erg vriendelijk, is het land schitterend en was er nog heel veel wat we er wilden zien en doen. We hoefden dus niet perse weg!
Maar qua werk waren we wel op een goed punt aanbeland om verder te gaan. Ik heb in Zambia ruim twee maanden aan projecten voor de mijnindustrie gewerkt. Een eerste voorstel dat ik heb geschreven voor een driejarig project voor betere arbeidsomstandigheden en een ander belastingregime is goed ontvangen en wordt gefinancierd door vier buitenlandse donoren. Een tweede voorstel voor het Amerikaanse ministerie van BuZa heb ik op tijd afgerond zodat lokale mensen ermee verder kunnen. Het was nooit de bedoeling dat ik program manager zou worden van dit project, omdat dat tegen de principes van CRS ingaat: in principe wordt alles wat door lokale staf gedaan kan worden ook daadwerkelijk door die staf gedaan. Capaciteitsopbouw heet dat. Mijn lokale collega's hebben een veel beter netwerk en veel meer lokale kennis om dit project goed uit te voeren.
Abby had een leuke consultancy bij USAID erop zitten en een goede kans op een vaste baan bij hen. Maar het wachten duurde allemaal wel lang, en in Lesotho kon ze per direct als consultant aan de slag. Uiteindelijk hebben we dus besloten dat de uitdaging te groot was om te laten liggen, en dus zijn we een week geleden aangekomen in Lesotho. Het bloed kript waar het niet gaan kan, zeg maar.
Ter informatie, Lesotho is een piepklein koninkrijke omringd door Zuid Afrika wat vrijwel niets gemeen heeft met Nederland. In tegendeel. Waar ik vermoed dat Nederland het laagste hoogste punt van de wereld heeft, heeft Lesotho het hoogste laagste punt van de wereld. Verder is de bevolking klein (1.8 miljoen), is 21-24% van de bevolking HIV geinfecteerd en lijdt het land aan chronische voedselschaarste. Aan werk dus geen gebrek zeg maar.
De reis van Lusaka naar Maseru, de hoofdstad van Lesotho was een eitje. De enige uitdaging was om al onze bagage mee te slepen. We reizen al jaren niet licht meer, en dit keer hadden we echt drie koffers per persoon, en die moesten dus mee. Uiteindelijk konden we een goedkope vlucht naar Johannesburg op de kop tikken die ook voor weinig onze 97 kilo aan overgewicht (bagage - niet wijzelf) mee wilde nemen. Natuurlijk werden die reiskosten door CRS betaald, maar dan nog probeerden wij om het betaalbaar te houden.
In Johannesburg zouden we worden opgehaald door een chauffeur van CRS. De rit van Jo'burg naar Maseru is 6 uurtjes, en het was veel goedkoper om van Jo'burg naar Maseru te rijden dan om van Jo'burg door te vliegen naar Maseru. Bovendien weten Abby en ik uit ervaring dat Jo'burg een "risico vliegveld" is en dat bagage vaak niet goed doorgesluisd wordt. Ook hebben we horrorverhalen gehoord over opengebroken koffers waar alles uit gestolen was en waar vervolgens in geplast was. Wij gaven dus al snel de voorkeur aan een zes uur durende autorit met onze bagage boven een snel vluchtje naar Maseru en onze koffers volgeürineerd.
Wij kwamen om 9 uur 's ochtends in Jo'burg aan na een hele vroege ochtend in Lusaka. De chauffeur van CRS kwam keurig op tijd aan te Jo'burg en had de kolossale pick-up vlakbij de terminal geparkeerd. Zo konden we vlotjes onze bagage achterin gooien en de rit naar Lesotho beginnen.
In totaal was het misschien 600 kilometer door Zuid Afrika. Je kunt je niet aan de indruk onttrekken, dat er in dat land veel goed gaat. Jo'burg is een grote stad waar het leven goed is als je geld hebt. De wegen zijn goed, we passeerden eindeloze boerderijen met grote graan-, mais- en zonnebloemenvelden. Zelfs naarmate we meer de bewoonde wereld uitgingen en door kleine dorpjes (met namen als "Welkom") reden zag alles er nog heel behoorlijk uit. De jaren van Apartheid hebben een laagje vernis van welvaart over het (blanke platte)land gelegd, maar ondertussen is het een land dat kraakt onder een verzwakkende economie en het vacuum dat achtergelaten wordt door de Mandela's, Tutu's en Mbeki's.
Tegen een uur of vier die middag kwamen we aan bij de grens Zuid Afrika - Lesotho. De glooiende heuvels van Zuid Afrika werden in Lesotho opgevolgd door de bergen. Het landje wordt niet voor niets "Kingdom in the Sky" genoemd (zo werd ons al snel duidelijk door alle welkomst e-mailtjes van alle CRS Lesotho staf :-)). De grensovergang was simpel, en we konden direct door naar het kantoor van CRS om aan iedereen voorgesteld te worden.
In tegenstelling tot het programma in Zambia met meer dan 200 man/vrouw staf, is Lesotho klein met maar 28 staf. Je merkt dan ook meteen dat alles heel erg relaxed en comfortabel is: de werkdagen zijn wat korter, alle kantoordeuren staan open, en iedereen is vriendelijk en heeft tijd. Ik heb veel respect voor de goede werkhouding van mijn collega's in Zambia (die altijd te vroeg waren - tegen alle stereotypes van werken in een ontwikkelingsland in), maar het is ook wel fijn om deze ervaring mee te krijgen.
De eerste dagen werden we in een lokaal hotelletje gezet. Maseru heeft nog geen 200,000 inwoners en heeft dus een grappig atmosfeertje. Qua formaat en gevoel doet het me een beetje aan Nijmegen denken. Maar dan armer, zeg maar! Sinds vrijdag zitten we in onze nieuwe "woning", het huis van een program manager die nu voor een tijdje in Malawi zit. Het huisje is nogal een "upgrade" na ons prima maar nogal basic huisje in Lusaka: het is een Chalet! Dat betekent dat we vijf verdiepingen hebben die met kleine trapjes aan elkaar verbonden zijn. De laagste verdieping is een woonkamer die uitkomt op de achtertuin. Die woonkamer heeft een TV. Ik herhaal, een TV! Bovendien heeft die TV satellietaansluiting, wat betekent dat ik ineens 5 voetbalkanalen heb en Abby haar favoriete Amerikaanse shows kan volgen! Dat klinkt misschien flauw, maar dat is na 3 maanden best wel eens lekker! Kan ik zo misschien nog net de kampioenswedstrijd van PSV meekrijgen.
Het huisje zelf staat boven op een heuvel, en ware het niet dat er een eucalyptusboom voor onze neus staat, dan zouden we een prachtig uitzicht hebben op een schitterende zonsondergang elke avond. Waar zijn de koala's als je ze nodig hebt.
Een klein nadeel van Lesotho in April en nogal zuidelijk op het Zuidelijk Halfrond zitten is dat we ineens van het mildste klimaat ter wereld in Zambia gewoon een bergwinter ingaan. Ik bedoel, het SNEEUWT hier soms gewoon. Zo zie je maar dat het niet alles glitter en glamour is in de ontwikkelingsbusiness.
Afgelopen weekend hebben we ons voornamelijk geinstalleerd in ons huisje. Zaterdag zijn we "even naar Zuid Afrika gereden om boodschappen te doen" - maar echt waar dus! Het is allemaal net wat goedkoper en net wat beter net over de grens (zouden de Duitsers in Nijmegen dat nou ook denken?) en dus is dit wat men doet. Het fijne van Lesotho en omgeving is dat het ook echt VEEL goedkoper is dan Lusaka, zodat we nu ineens gemakkelijk rond kunnen komen van mijn stipendium. Fijn!
's Zondags zijn we door mijn collegaatje Teresa de bergen in gereden. Wat een mooi land! Wat direct opvalt is dat het moeilijk is om te overleven. De grond is schaars (voornamelijk hellingen vol steen) en onvruchtbaar. Water is nauwelijks beschikbaar en de bodemerosie is enorm. Er zijn studies waarin men claimt dat Lesotho door haar ligging en bergen nooit voldoende voedsel zal kunnen produceren om haar eigen bevolking te voeden. Daar bovenop komt dan nog die katastrofale aids-epidemie. Rond de 1 op 4 of 1 op 5 mensen hier is geinfecteerd.
Qua werk is er dus voldoende te doen. Ik ga me de eerste weken bezig houden met het ontwikkelen van een aardappelteelt-project in de hooglanden. In Zambia ging het nog om koper diep in de grond, hier gaat het over alternatieve aardappelteelt. Het zal mij eerlijk gezegd worst wezen: het is allemaal even interessant en even belangrijk!
Goed, ik denk dat we nu weer helemaal bij zijn. We blijven nu weer even in Lesotho, maar er zijn ook weer nieuwe ontwikkelingen aan de horizon. Voorlopig gaan we even genieten van dit kleine schattige landje, en hard werken om hopelijk een steentje bij te dragen aan de vermindering van de armoede hier.
Hartelijke groet!
Niek
Tsja, het kan allemaal snel gaan in het leven. Iets meer dan twee weken geleden zat ik aan het ontbijt bij de ouders van Abby in Virginia, klaar met inpakken om het vliegtuig van Richmond via Amsterdam naar Lusaka te nemen, toen de telefoon ging.
Dat de telefoon daar gaat is niet zo vreemd, maar dat het voor mij was wel. Het bleek de regiodirectrice van Zuidelijk Afrika van CRS te zijn. Zij is verantwoordelijk voor alle programma's in landen als Zambia, Zimbabwe, Angola, Malawi, Botswana, Namibie, etc. Een behoorlijke klus dus. Ze belde eigenlijk met een korte vraag: of Abby en ik er zin in zouden hebben om naar Lesotho te verhuizen om daar een tijdje aan de slag te gaan. Nou, dat was dus even een grote verrassing!
Mijn fellowship bij CRS is alles bij elkaar toch nogal vreemd verlopen. Eerst die problemen met de Pakistan visa (die we nu dus wel allebei in onze paspoorten hebben), het vertrek naar Zambia in januari, en nu dus ineens een "bliksemtransfer" van het Zambia-programma naar Lesotho!
Op zich hebben wij het heel goed naar onze zin gehad in Zambia. Lusaka is een kalme en veilige stad waar het goed toeven is met een gezellige club expats. De BBQs zijn groot en het bier schuimt er flink. Daarbij zijn Zambianen erg vriendelijk, is het land schitterend en was er nog heel veel wat we er wilden zien en doen. We hoefden dus niet perse weg!
Maar qua werk waren we wel op een goed punt aanbeland om verder te gaan. Ik heb in Zambia ruim twee maanden aan projecten voor de mijnindustrie gewerkt. Een eerste voorstel dat ik heb geschreven voor een driejarig project voor betere arbeidsomstandigheden en een ander belastingregime is goed ontvangen en wordt gefinancierd door vier buitenlandse donoren. Een tweede voorstel voor het Amerikaanse ministerie van BuZa heb ik op tijd afgerond zodat lokale mensen ermee verder kunnen. Het was nooit de bedoeling dat ik program manager zou worden van dit project, omdat dat tegen de principes van CRS ingaat: in principe wordt alles wat door lokale staf gedaan kan worden ook daadwerkelijk door die staf gedaan. Capaciteitsopbouw heet dat. Mijn lokale collega's hebben een veel beter netwerk en veel meer lokale kennis om dit project goed uit te voeren.
Abby had een leuke consultancy bij USAID erop zitten en een goede kans op een vaste baan bij hen. Maar het wachten duurde allemaal wel lang, en in Lesotho kon ze per direct als consultant aan de slag. Uiteindelijk hebben we dus besloten dat de uitdaging te groot was om te laten liggen, en dus zijn we een week geleden aangekomen in Lesotho. Het bloed kript waar het niet gaan kan, zeg maar.
Ter informatie, Lesotho is een piepklein koninkrijke omringd door Zuid Afrika wat vrijwel niets gemeen heeft met Nederland. In tegendeel. Waar ik vermoed dat Nederland het laagste hoogste punt van de wereld heeft, heeft Lesotho het hoogste laagste punt van de wereld. Verder is de bevolking klein (1.8 miljoen), is 21-24% van de bevolking HIV geinfecteerd en lijdt het land aan chronische voedselschaarste. Aan werk dus geen gebrek zeg maar.
De reis van Lusaka naar Maseru, de hoofdstad van Lesotho was een eitje. De enige uitdaging was om al onze bagage mee te slepen. We reizen al jaren niet licht meer, en dit keer hadden we echt drie koffers per persoon, en die moesten dus mee. Uiteindelijk konden we een goedkope vlucht naar Johannesburg op de kop tikken die ook voor weinig onze 97 kilo aan overgewicht (bagage - niet wijzelf) mee wilde nemen. Natuurlijk werden die reiskosten door CRS betaald, maar dan nog probeerden wij om het betaalbaar te houden.
In Johannesburg zouden we worden opgehaald door een chauffeur van CRS. De rit van Jo'burg naar Maseru is 6 uurtjes, en het was veel goedkoper om van Jo'burg naar Maseru te rijden dan om van Jo'burg door te vliegen naar Maseru. Bovendien weten Abby en ik uit ervaring dat Jo'burg een "risico vliegveld" is en dat bagage vaak niet goed doorgesluisd wordt. Ook hebben we horrorverhalen gehoord over opengebroken koffers waar alles uit gestolen was en waar vervolgens in geplast was. Wij gaven dus al snel de voorkeur aan een zes uur durende autorit met onze bagage boven een snel vluchtje naar Maseru en onze koffers volgeürineerd.
Wij kwamen om 9 uur 's ochtends in Jo'burg aan na een hele vroege ochtend in Lusaka. De chauffeur van CRS kwam keurig op tijd aan te Jo'burg en had de kolossale pick-up vlakbij de terminal geparkeerd. Zo konden we vlotjes onze bagage achterin gooien en de rit naar Lesotho beginnen.
In totaal was het misschien 600 kilometer door Zuid Afrika. Je kunt je niet aan de indruk onttrekken, dat er in dat land veel goed gaat. Jo'burg is een grote stad waar het leven goed is als je geld hebt. De wegen zijn goed, we passeerden eindeloze boerderijen met grote graan-, mais- en zonnebloemenvelden. Zelfs naarmate we meer de bewoonde wereld uitgingen en door kleine dorpjes (met namen als "Welkom") reden zag alles er nog heel behoorlijk uit. De jaren van Apartheid hebben een laagje vernis van welvaart over het (blanke platte)land gelegd, maar ondertussen is het een land dat kraakt onder een verzwakkende economie en het vacuum dat achtergelaten wordt door de Mandela's, Tutu's en Mbeki's.
Tegen een uur of vier die middag kwamen we aan bij de grens Zuid Afrika - Lesotho. De glooiende heuvels van Zuid Afrika werden in Lesotho opgevolgd door de bergen. Het landje wordt niet voor niets "Kingdom in the Sky" genoemd (zo werd ons al snel duidelijk door alle welkomst e-mailtjes van alle CRS Lesotho staf :-)). De grensovergang was simpel, en we konden direct door naar het kantoor van CRS om aan iedereen voorgesteld te worden.
In tegenstelling tot het programma in Zambia met meer dan 200 man/vrouw staf, is Lesotho klein met maar 28 staf. Je merkt dan ook meteen dat alles heel erg relaxed en comfortabel is: de werkdagen zijn wat korter, alle kantoordeuren staan open, en iedereen is vriendelijk en heeft tijd. Ik heb veel respect voor de goede werkhouding van mijn collega's in Zambia (die altijd te vroeg waren - tegen alle stereotypes van werken in een ontwikkelingsland in), maar het is ook wel fijn om deze ervaring mee te krijgen.
De eerste dagen werden we in een lokaal hotelletje gezet. Maseru heeft nog geen 200,000 inwoners en heeft dus een grappig atmosfeertje. Qua formaat en gevoel doet het me een beetje aan Nijmegen denken. Maar dan armer, zeg maar! Sinds vrijdag zitten we in onze nieuwe "woning", het huis van een program manager die nu voor een tijdje in Malawi zit. Het huisje is nogal een "upgrade" na ons prima maar nogal basic huisje in Lusaka: het is een Chalet! Dat betekent dat we vijf verdiepingen hebben die met kleine trapjes aan elkaar verbonden zijn. De laagste verdieping is een woonkamer die uitkomt op de achtertuin. Die woonkamer heeft een TV. Ik herhaal, een TV! Bovendien heeft die TV satellietaansluiting, wat betekent dat ik ineens 5 voetbalkanalen heb en Abby haar favoriete Amerikaanse shows kan volgen! Dat klinkt misschien flauw, maar dat is na 3 maanden best wel eens lekker! Kan ik zo misschien nog net de kampioenswedstrijd van PSV meekrijgen.
Het huisje zelf staat boven op een heuvel, en ware het niet dat er een eucalyptusboom voor onze neus staat, dan zouden we een prachtig uitzicht hebben op een schitterende zonsondergang elke avond. Waar zijn de koala's als je ze nodig hebt.
Een klein nadeel van Lesotho in April en nogal zuidelijk op het Zuidelijk Halfrond zitten is dat we ineens van het mildste klimaat ter wereld in Zambia gewoon een bergwinter ingaan. Ik bedoel, het SNEEUWT hier soms gewoon. Zo zie je maar dat het niet alles glitter en glamour is in de ontwikkelingsbusiness.
Afgelopen weekend hebben we ons voornamelijk geinstalleerd in ons huisje. Zaterdag zijn we "even naar Zuid Afrika gereden om boodschappen te doen" - maar echt waar dus! Het is allemaal net wat goedkoper en net wat beter net over de grens (zouden de Duitsers in Nijmegen dat nou ook denken?) en dus is dit wat men doet. Het fijne van Lesotho en omgeving is dat het ook echt VEEL goedkoper is dan Lusaka, zodat we nu ineens gemakkelijk rond kunnen komen van mijn stipendium. Fijn!
's Zondags zijn we door mijn collegaatje Teresa de bergen in gereden. Wat een mooi land! Wat direct opvalt is dat het moeilijk is om te overleven. De grond is schaars (voornamelijk hellingen vol steen) en onvruchtbaar. Water is nauwelijks beschikbaar en de bodemerosie is enorm. Er zijn studies waarin men claimt dat Lesotho door haar ligging en bergen nooit voldoende voedsel zal kunnen produceren om haar eigen bevolking te voeden. Daar bovenop komt dan nog die katastrofale aids-epidemie. Rond de 1 op 4 of 1 op 5 mensen hier is geinfecteerd.
Qua werk is er dus voldoende te doen. Ik ga me de eerste weken bezig houden met het ontwikkelen van een aardappelteelt-project in de hooglanden. In Zambia ging het nog om koper diep in de grond, hier gaat het over alternatieve aardappelteelt. Het zal mij eerlijk gezegd worst wezen: het is allemaal even interessant en even belangrijk!
Goed, ik denk dat we nu weer helemaal bij zijn. We blijven nu weer even in Lesotho, maar er zijn ook weer nieuwe ontwikkelingen aan de horizon. Voorlopig gaan we even genieten van dit kleine schattige landje, en hard werken om hopelijk een steentje bij te dragen aan de vermindering van de armoede hier.
Hartelijke groet!
Niek
-
15 April 2008 - 15:06
Pa De Goeij:
Mooi dat we nu iets meer weten van Lesotho, dan dat het een klein koninkrijkje is. Wij gaan zoetjesaan de lente in en jullie in de sneeuw. Daar denk je niet aan als je het over Zuid-Afrika hebt.
Succes met de piepers! -
16 April 2008 - 08:49
Lara:
Dat klinkt weer als een mooi avontuur. Veel plezier!
Liefs -
19 Mei 2008 - 03:11
Karen:
Toch goed om af en toe op jouw site te kijken, want je zit zo weer ergens anders. Gaaf hoor allemaal!
Ik probeer momenteel in een kleine 3 weken een goede indruk van het Colombiaanse land en haar strubbelingen hier te krijgen.
Groeten!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley