Victoria Falls: the Smoke that Thunders
Door: Niek de Goeij
Blijf op de hoogte en volg Niek
13 Maart 2008 | Zimbabwe, Victoria Falls
Hoi hoi,
Ik wilde even berichten van een fantastisch weekend dat Abby en ik hebben gehad op de grens van Zimbabwe en Zambia, bij een van de natuurlijke wereldwonderen, de Victoria Falls.
Afgelopen vrijdag heb ik een vrij dagje genomen en zijn we om een uur of 6 's ochtends per bus naar Livingstone afgereisd. Livingstone is een paar kilometer van de Victoria Falls af, nog aan de Zambiaanse kant. We hadden een piepklein kamertje in een relaxed hostel waar we snel onze tassen neergooiden en onze activiteiten voor het weekend gingen organiseren. We wilden op vrijdag namelijk een "booze cruise" doen en op zaterdag naar de Falls en bungeejumpen van de brug over de Zambezi river.
De booze cruise is eigenlijk een "sunset cruise" waar je in een boot over de Zambezi river gaat rond zonsondergang en zo allerlei dieren en de damp van de waterval kunt spotten, en ondertussen een lekker glaasje drinkt. Omdat de drank gratis is, wordt er nogal wat afgezopen en vandaar dus de naam "booze cruise". Onze booze cruise was niet perse een succes: het regende, wat niet echt lekker was op een open bootje, ondanks onze paraplu. Bovendien is het hoog water in de Zambezi op het moment (getuige de overstromingen in alle landen waar ze doorheen stroomt) en dus is het gemakkelijk voor dieren om aan water te komen. Voor ons dus geen olifanten etc om te spotten, maar slechts een paar laffe nijlpaarden, wat krokodillen en een verdwaalde "bush puku" (een kleine antilope).
De volgende ochtend stonden onze belangrijkste activiteiten gepland. Ik was namelijk net 30 geworden, en Abby had besloten dat ik dit groots moest vieren door mijzelf van een hoge brug af te werpen. Ze had namelijk voorgesteld om op de grens van Zambia en Zimbabwe een bungee-jump van 111 meter naar beneden te maken (en ik ben niet al te flauw en heb die uitdaging dus ook maar gewoon aangenomen). Om een uur of tien 's ochtends liepen we dus met samengeknepen billetjes de brug over de Zambezi gorge op, om de grote sprong te maken.
Het bedrijf dat deze sprongen organiseert is bijzonder professioneel. Er is in de vele jaren dat ze springen vanaf die brug nooit een serieus ongeluk gebeurd, niet meegerekend de keer dat een lokale 80-jarige chief in zijn broek poepte tijdens zijn sprong om toerisme te bevorderen. Professioneel of niet, als je op die brug staat heb je er nog niet perse heel erg veel zin in. Ik bedoel, wie springt er vol zijn lol aan een elastiek 111 meter de diepte in?
Maar goed, ze zeggen dat "peer pressure" de beste motivatie is, en Abby en ik waren vastbesloten het te doen en om niet voor elkaar onder te doen. Spannend tuigje omgebonden, een paar handdoeken strak om de enkels (tuurlijk, ik stort me een afgrond in en het elastiek binden ze vast aan een paar jaren 80-achtige enkelzweetbandjes), en goed luisteren naar de instructies. De Australische chef zelfmoordpogingen raadde me aan om rustig te springen, alsof je een zweefduik in een zwembad maakt, "omdat je dan zo relaxed naar beneden gaat." En zo kwam dus het moment dat ik naar het randje waggelde, naar beneden keek, en 111 meter omlaag het grijs kolkende water van de Zambezi zag. De bungee-jongens begonnen tot vijf te tellen en daar ging ik.
Op de foto's valt te zien dat ik ook daadwerkelijk in koele houding van het platform afspring (Abby trots), maar ik herinner me alleen maar dat ik als een dolle de diepte instortte (een vrije val van 4 seconden) en begon pas in de gaten te krijgen dat ik nog in leven was toen ik al goed en wel weer omhoog aan het "bungee'en" was. Toen ik na een minuut of vijf door "Joe", de Zambiaanse kerel die zijn werkdagen aan een touwtje 80 meter boven het water doorbrengt, rechtop gehangen werd en doorgetakeld naar de onderste lagen van de brug zat er HEEL VEEL bloed in mij hoofd, en de rest zat in mijn voeten (die enkelzweetbandjes knelden een beetje).
Het duurde alles bij elkaar nog goed twee uur voordat ik me weer een beetje normaal begon te voelen. Ik denk dat ik redelijk dicht tegen een shock aanzat - tenminste, ik voelde me net zoals ik me voelde toen ik in Bolivia op 4500 meter hoogte van een fiets afviel en mijn pols had gebroken. Het was tussen misselijkheid en een enorme adrenaline-rush in.
Maar ik moest me terug de brug op haasten, want Abby moest nog springen. Tussendoor ging er nog een Canadees stel, en toen was het de beurt aan Abby. Abby is alles bij elkaar minder bang aangelegd dan ik (getuige mede haar assertieve duik in de van krokodillen, piranhas, anacondas en kaaimannen vergeven Amazone-rivier terwijl ik nog op het randje stond te zenuwen) en dus maakte ik me geen enkele zorgen. Inderdaad, terwijl ik met trillende handen de camera klaarhield, sprong Abby al van de brug. Ze slaakte een schitterende doodskreet die waarschijnlijk tot in Namibie te horen was. Ik moest er om grinniken, en zo ook alle andere mensen in een straal van 40 kilometer. Na minuut of 10 kwam ook Abby weer levend de brug op, en zijn we wankelend en nog na-zenuwend van de brug afgelopen.
Het volgende bezoek was aan de eigenlijk Victoria Falls. Bij de ingang kwam ik erachter dat mijn werkvergunning voor Zambia ook meteen een verblijfsvergunning is, waardoor de toegangsprijs beduidend lager was geworden. Vervolgens zijn we heerlijk langs alle paden gaan lopen, tussen de grote aantallen bavianen die er wild en vrij rondstruinen.
De waterval zelf is niet te beschrijven. In totaal is ie bijna 1700 meter breed, en over de gehele breedte valt een muur van verschillende meters hoog aan water de diepte in, dag in dag uit. Het schijnt een stuk minder te zijn in de droge tijd, en het was echt bijzonder indrukwekkend. Het gevolg van al dat water dat in de diepte valt is dat er een enorme wolk van water steeds omhoogtrekt. Dat is "Mosi-oa-Tunya", oftewel: de donderende rook. In een straal van 300 meter rondom de waterval is het alsof je bij Bart en Esther onder de douche staat: een enorme hoosbui. Alles werd door en door nat (paspoorten en camera in 2 ziplock-zakjes), moeite met ademen, en een verschrikkelijke herrie. Ongelofelijk mooi en indrukwekkend.
Uiteindelijk hebben we als twee verzopen katten een taxi gedeeld met twee niet zulke natte gringos, die ook naar ons hostel gingen. Daar aangekomen hebben we ons snel opgefrist en netjes aangekleed voor een wat minder spannende activiteit: high tea in het prachtige Royal Livingstone hotel. Voor het luttele bedrag van 13 euro hebben we ons helemaal ongans gegeten aan gebak, sloten thee gedronken, terwijl we voor ons de zon onder zagen gaan over de bovenkant van de watervallen. Hordes schattige aapjes (achtervolgd door een medewerker van het hotel met een kattepult die ze van het buffet weg moest houden), puku's (antilope) en vogels om ons heen: heerlijk bijkomen na zo'n dag. Toen we rond een uur of 8 weer in het hotel terugkwamen hebben we nog lafjes een potje geping-pongd en toen was het al snel bedtijd.
Zondag zijn we vervolgens in 9 uur bussen terug gereisd naar Lusaka, en maandagochtend ben ik weer gewoon aan het werk gegaan. Het was me zo het weekendje wel.
Nou, dat was het weer even. Volgende keer zal ik wat vertellen over het werk dat ik doe. Het klinkt alsof we alleen maar coole dingen doen, maar eigenlijk ben ik vooral veel aan het werk. Ik ga nu lekker naar huis fietsen, op mij splinternieuwe "made in China" mountain bike waarmee ik de Zambiaanse avondspits trotseer. Als je San Pedro Sula op de fiets overleeft, dan is Lusaka "peanuts"!
Groetjes,
Niek
Ik wilde even berichten van een fantastisch weekend dat Abby en ik hebben gehad op de grens van Zimbabwe en Zambia, bij een van de natuurlijke wereldwonderen, de Victoria Falls.
Afgelopen vrijdag heb ik een vrij dagje genomen en zijn we om een uur of 6 's ochtends per bus naar Livingstone afgereisd. Livingstone is een paar kilometer van de Victoria Falls af, nog aan de Zambiaanse kant. We hadden een piepklein kamertje in een relaxed hostel waar we snel onze tassen neergooiden en onze activiteiten voor het weekend gingen organiseren. We wilden op vrijdag namelijk een "booze cruise" doen en op zaterdag naar de Falls en bungeejumpen van de brug over de Zambezi river.
De booze cruise is eigenlijk een "sunset cruise" waar je in een boot over de Zambezi river gaat rond zonsondergang en zo allerlei dieren en de damp van de waterval kunt spotten, en ondertussen een lekker glaasje drinkt. Omdat de drank gratis is, wordt er nogal wat afgezopen en vandaar dus de naam "booze cruise". Onze booze cruise was niet perse een succes: het regende, wat niet echt lekker was op een open bootje, ondanks onze paraplu. Bovendien is het hoog water in de Zambezi op het moment (getuige de overstromingen in alle landen waar ze doorheen stroomt) en dus is het gemakkelijk voor dieren om aan water te komen. Voor ons dus geen olifanten etc om te spotten, maar slechts een paar laffe nijlpaarden, wat krokodillen en een verdwaalde "bush puku" (een kleine antilope).
De volgende ochtend stonden onze belangrijkste activiteiten gepland. Ik was namelijk net 30 geworden, en Abby had besloten dat ik dit groots moest vieren door mijzelf van een hoge brug af te werpen. Ze had namelijk voorgesteld om op de grens van Zambia en Zimbabwe een bungee-jump van 111 meter naar beneden te maken (en ik ben niet al te flauw en heb die uitdaging dus ook maar gewoon aangenomen). Om een uur of tien 's ochtends liepen we dus met samengeknepen billetjes de brug over de Zambezi gorge op, om de grote sprong te maken.
Het bedrijf dat deze sprongen organiseert is bijzonder professioneel. Er is in de vele jaren dat ze springen vanaf die brug nooit een serieus ongeluk gebeurd, niet meegerekend de keer dat een lokale 80-jarige chief in zijn broek poepte tijdens zijn sprong om toerisme te bevorderen. Professioneel of niet, als je op die brug staat heb je er nog niet perse heel erg veel zin in. Ik bedoel, wie springt er vol zijn lol aan een elastiek 111 meter de diepte in?
Maar goed, ze zeggen dat "peer pressure" de beste motivatie is, en Abby en ik waren vastbesloten het te doen en om niet voor elkaar onder te doen. Spannend tuigje omgebonden, een paar handdoeken strak om de enkels (tuurlijk, ik stort me een afgrond in en het elastiek binden ze vast aan een paar jaren 80-achtige enkelzweetbandjes), en goed luisteren naar de instructies. De Australische chef zelfmoordpogingen raadde me aan om rustig te springen, alsof je een zweefduik in een zwembad maakt, "omdat je dan zo relaxed naar beneden gaat." En zo kwam dus het moment dat ik naar het randje waggelde, naar beneden keek, en 111 meter omlaag het grijs kolkende water van de Zambezi zag. De bungee-jongens begonnen tot vijf te tellen en daar ging ik.
Op de foto's valt te zien dat ik ook daadwerkelijk in koele houding van het platform afspring (Abby trots), maar ik herinner me alleen maar dat ik als een dolle de diepte instortte (een vrije val van 4 seconden) en begon pas in de gaten te krijgen dat ik nog in leven was toen ik al goed en wel weer omhoog aan het "bungee'en" was. Toen ik na een minuut of vijf door "Joe", de Zambiaanse kerel die zijn werkdagen aan een touwtje 80 meter boven het water doorbrengt, rechtop gehangen werd en doorgetakeld naar de onderste lagen van de brug zat er HEEL VEEL bloed in mij hoofd, en de rest zat in mijn voeten (die enkelzweetbandjes knelden een beetje).
Het duurde alles bij elkaar nog goed twee uur voordat ik me weer een beetje normaal begon te voelen. Ik denk dat ik redelijk dicht tegen een shock aanzat - tenminste, ik voelde me net zoals ik me voelde toen ik in Bolivia op 4500 meter hoogte van een fiets afviel en mijn pols had gebroken. Het was tussen misselijkheid en een enorme adrenaline-rush in.
Maar ik moest me terug de brug op haasten, want Abby moest nog springen. Tussendoor ging er nog een Canadees stel, en toen was het de beurt aan Abby. Abby is alles bij elkaar minder bang aangelegd dan ik (getuige mede haar assertieve duik in de van krokodillen, piranhas, anacondas en kaaimannen vergeven Amazone-rivier terwijl ik nog op het randje stond te zenuwen) en dus maakte ik me geen enkele zorgen. Inderdaad, terwijl ik met trillende handen de camera klaarhield, sprong Abby al van de brug. Ze slaakte een schitterende doodskreet die waarschijnlijk tot in Namibie te horen was. Ik moest er om grinniken, en zo ook alle andere mensen in een straal van 40 kilometer. Na minuut of 10 kwam ook Abby weer levend de brug op, en zijn we wankelend en nog na-zenuwend van de brug afgelopen.
Het volgende bezoek was aan de eigenlijk Victoria Falls. Bij de ingang kwam ik erachter dat mijn werkvergunning voor Zambia ook meteen een verblijfsvergunning is, waardoor de toegangsprijs beduidend lager was geworden. Vervolgens zijn we heerlijk langs alle paden gaan lopen, tussen de grote aantallen bavianen die er wild en vrij rondstruinen.
De waterval zelf is niet te beschrijven. In totaal is ie bijna 1700 meter breed, en over de gehele breedte valt een muur van verschillende meters hoog aan water de diepte in, dag in dag uit. Het schijnt een stuk minder te zijn in de droge tijd, en het was echt bijzonder indrukwekkend. Het gevolg van al dat water dat in de diepte valt is dat er een enorme wolk van water steeds omhoogtrekt. Dat is "Mosi-oa-Tunya", oftewel: de donderende rook. In een straal van 300 meter rondom de waterval is het alsof je bij Bart en Esther onder de douche staat: een enorme hoosbui. Alles werd door en door nat (paspoorten en camera in 2 ziplock-zakjes), moeite met ademen, en een verschrikkelijke herrie. Ongelofelijk mooi en indrukwekkend.
Uiteindelijk hebben we als twee verzopen katten een taxi gedeeld met twee niet zulke natte gringos, die ook naar ons hostel gingen. Daar aangekomen hebben we ons snel opgefrist en netjes aangekleed voor een wat minder spannende activiteit: high tea in het prachtige Royal Livingstone hotel. Voor het luttele bedrag van 13 euro hebben we ons helemaal ongans gegeten aan gebak, sloten thee gedronken, terwijl we voor ons de zon onder zagen gaan over de bovenkant van de watervallen. Hordes schattige aapjes (achtervolgd door een medewerker van het hotel met een kattepult die ze van het buffet weg moest houden), puku's (antilope) en vogels om ons heen: heerlijk bijkomen na zo'n dag. Toen we rond een uur of 8 weer in het hotel terugkwamen hebben we nog lafjes een potje geping-pongd en toen was het al snel bedtijd.
Zondag zijn we vervolgens in 9 uur bussen terug gereisd naar Lusaka, en maandagochtend ben ik weer gewoon aan het werk gegaan. Het was me zo het weekendje wel.
Nou, dat was het weer even. Volgende keer zal ik wat vertellen over het werk dat ik doe. Het klinkt alsof we alleen maar coole dingen doen, maar eigenlijk ben ik vooral veel aan het werk. Ik ga nu lekker naar huis fietsen, op mij splinternieuwe "made in China" mountain bike waarmee ik de Zambiaanse avondspits trotseer. Als je San Pedro Sula op de fiets overleeft, dan is Lusaka "peanuts"!
Groetjes,
Niek
-
14 Maart 2008 - 21:02
Violet:
Ha die Niek,
Wat een geweldige manier om je 30e verjaardag te vieren! Nog van harte gefeliciteerd.
-
16 Maart 2008 - 15:48
BART:
De Victoria Falls komen inderdaad regelmatig bij ons langs voor inspiratie. +)
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley