Tussen angst en armoede. - Reisverslag uit Cofradía, Honduras van Niek Goeij - WaarBenJij.nu Tussen angst en armoede. - Reisverslag uit Cofradía, Honduras van Niek Goeij - WaarBenJij.nu

Tussen angst en armoede.

Door: Niek de Goeij

Blijf op de hoogte en volg Niek

21 Januari 2006 | Honduras, Cofradía

Hola Gente...

Een prachtige koele, zonnige vrijdag die ik in bed doorbreng. Het was al weer even geleden, maar ik ben weer geveld door, wat we hier noemen, de “gringo-disease”. Ik heb ergens iets verkeerds gegeten, en mijn lichaam reageert daar niet meer op zoals in mijn eerste jaar hier: enorme diarree en dan snel alles het lichaam uit. Ik ben geen dokter, maar ik heb het idee dat mijn lichaam inmiddels denkt dat het foute bacterien moet bevechten in plaats van afvoeren, zodat ik nu met komende en gaande koorts, een bijzonder pijnlijk lichaam, hoofdpijn en maagklachten in bed lig te schrijven.

Het goede van ziek zijn is dat ik volop tijd heb om weer eens wat ervaringen op papier te proberen te zetten. Het eerste wat dan in mij opkomt, buiten het bezoek van mijn zus Marianne en haar vriend Peter om, is de stand van zaken in Cofradia, en dan met name van S. en Doña D. In het kort: S., de 15-jarige dochter van Doña D., en Doña D. zelf werden 30 december neergeschoten. (Voor de hele geschiedenis kun je de vorige twee verhalen lezen.) Deze familie woont in een huizenproject van Our Little Roses in Cofradia, waar ik afgelopen juli coordinator van ben geworden, nadat ik een jaar lang als assistent van Abby heb gewerkt aan een alfabetieringsproject en de algemene ontwikkeling van deze gemeenschap.

Afgelopen dinsdag ben ik met Marianne en Peter naar Cofradia geweest, de eerste keer sinds de schietpartij. Bij aankomst liepen we direct naar het huisje van Ernesto en Olga, waar we altijd zitten, en waar we altijd met open armen ontvangen worden. De hele familie stond echte achter het huisje te praten met niemand minder dan Doña D., die voor het eerst sinds de schietpartij terug was gekomen naar haar huisje. Zij was wel de laatste persoon die ik in Cofradia verwachtte, vooral vanwege het gevaar voor haarzelf. Een van mijn doelstellingen van dit bezoek was om bij alle mensen te vragen wat er was gebeurd en hoe ze er nu onder waren, maar voor ik goed en wel was gaan zitten kwam Doña D. al naar me toegelopen, en die was heel erg van streek.

Ik heb altijd het idee gehad dat Doña D. de ellende van haar dochter S. in haar voordeel gebruikt, en op die manier ook vaak ellende over haar dochter afroept. Ik vind, in het kort, haar niet de beste moeder voor S. Maar op dat moment was er niets gemanipuleerd aan haar: Doña D. stond tranen met tuiten te huilen in mijn armen, terwijl ze bij beetjes haar versie van het gebeurde vertelde. Je moet je bedenken dat ze net voor het eerst terug was gekomen in haar huisje waar iemand haar dochter had proberen te vermoorden, en er was niet schoongemaakt of opgeruimd. Doña D. stapte dus zo weer het bloedbad in, en was daar behoorlijk van streek van.

Volgens Doña D. was het vriendje van S. (34 jaar oud, terwijl S. 15 is) zo boos om het feit dat S. hem niet meer wilde zien, dat hij zich gedrogeerd heeft, een pistool gepakt, en van buiten af het houten luik voor het venster heeft geopend en in het wilde weg op het bed heeft geschoten waar D., S. en het verstandelijk gehandicapte meisje L. lagen te slapen. Het is een wonder, een echt wonder, dat het meisje L. niet is geraakt, als je bedenkt dat Doña D. aan de ene kant lag en in haar been is geraakt, en S. aan de andere kant van L. en in de borst en arm is geraakt.

Op het moment dat er geschoten werd was er veel paniek in het kleine gemeenschapje in Cofradia. Dit zijn eenvoudige huisjes en kogels vliegen door de simpele muurtjes heen, dus alle bewoners van de andere huisjes vertelden me dat ze doodstil op de vloer gingen liggen en niet in beweging durfden te komen. Marie, de wat langzame dochter van Ernesto en Olga was zo allert dat ze op vaders mobieltje uit de steentijd (een pre-pay zonder krediet maar met gratis alarmnummer) de politie in San Pedro Sula belde. Die zou pas 45 minuten tot een uur later op komen dagen. Doña Enma van drie huizen verder stuurde na 20 minuten haar man erheen om te kijken, een bijzonder vriendelijk maar stevig kereltje. Dat is een familie die wil doen wat goed en juist is. Toen is zoetjes aan beweging erin gekomen.

De politie heeft bij aankomst een kort onderzoek gedaan, en heeft de dader in hechtenis genomen. Pistool is afgenomen, kogelhulzen zijn meegenomen, maar zoals gezegd is hij na 24 uur weer vrijgelaten: niemand heeft aangifte tegen hem gedaan, en niemand gaat aangifte tegen hem doen. In Cofradia is iedereen bang. Hij loopt frank en vrij rond, en houdt het huisje van D. zichtbaar in de gaten. Zoals Don Froilan het zegt, een oudere man met een prostaatprobleem die zijn vrouw Blanca heel slecht behandelt en volgens mij meer last heeft van de drank dan van zijn prostaat:”Met een beetje wil van een paar mensen hebben we die dader al snel achter de tralies, maar hier heerst gewoon de angst voor wraak.” Dat was het meest coherente en zinnige dat ik ooit van hem heb gehoord.

S. en D. zijn door de politie meegenomen naar het ziekenhuis, S. toen nog bij bewustzijn, terwijl L. achterbleef bij Ernesto en Olga. Dat is zelf al een familie die nooit genoeg te eten heeft, maar een meisje extra opnemen, was voor hun geen enkel probleem. S. is onderweg naar het Catarino Rivas het bewustzijn verloren, en is bij aankomst direct onder het mes gegaan. Doña D. had een zware bloeding in haar been, ze kon nog steeds maar nauwelijk lopen en zag erg bleek, en is ook opgelapt. S. is 5 dagen in het ziekenhuis gebleven en is toen door haar moeder en oudere broers opgehaald, tegen het advies van het ziekenhuis is, volgens D. omdat S. het eten niet lekker vond (en ik maar denken: ze hád tenminste eten).

Nu zit Doña D. dus met S. in de Colonia Primavera in het uiterste Westen van de stad. Bij dit deel van haar vertelling begon voor D. weer het moment van strategie en het moment dat ze ging proberen dingen van me te krijgen. Ze vertelde dat ze bij een zoon van haar in een krotje zit, samen met S. in een ruimte dat nauwelijks een kamertje is, slapend op een vloer van vuil. Haar zoon wil haar wel helpen, maar heeft zelf ook geen geld, en mag het ook niet van zijn vrouw. (Hier werd Enma, die er bij zat, even pissig a la Enma, en zei potig dat ze die meid dan maar gewoon even een lesje moest leren.) Ik was vooral geinteresseerd in hoe het met S. ging en hier werd het verhaal steeds steviger: het gaat niet goed met S., ze heeft veel pijn aan de wonden, en wil sterven. Dat zei D. verschillende keren, dat S. zei dat ze nu liever wilde sterven.

Goed, dat is dus een moment waarop ik moet proberen verantwoord te reageren, mensen een hart onder de riem moet steken zonder het hoofd te verliezen. Mijn vermoeden was dat S. vooral veel problemen met haar wonden heeft door gebrek aan hygiene, en het gebrek aan kennis hoe het schoon te houden. Ik ben geen expert, maar ik kan me ook voorstellen dat mensen die voortdurend pijn hebben op een bepaald moment inderdaad de voorkeur geven aan sterven. Ik hoorde steeds het Hondurese lijdzame:”Het is nu in de handen van God”, een uitspraak voor mensen die geen keuzes en mogelijkheden meer hebben, maar die wel heel passief is. Dus ik kwam er overheen, proberend mee te denken in de cultuur:”Nee, dit ligt in de handen van dokteren, en die zijn gestuurd door God. S. moet naar een dokter.” Daar was men het gelukkig ook wel weer mee eens, en dus begon ik op Doña D. in te praten om haar te overtuigen dat het enorm belangrijk was om S. de volgende dag naar de kliniek van Our Little Roses te krijgen, zodat ze daar door onze dokotoren onderzocht kan worden, en ik een 100% waar verhaal over de status van S. van onze artsen te horen kan krijgen.

De volgende ochtend ben ik naar de kliniek gegaan om de artsen voor te bereiden op de mogelijke komst van een meisje met kogelwonden. Ik had niet echt verwacht dat ze zouden komen, maar tot mijn grote verbazing stond Doña D al om 8 uur ’s ochtend stennis te schoppen aan de poort:”En Niek heeft gezegd dat....!” En 30 meter verderop stond S. ook! Ze was mager geworden en erg bleek, had een vuil bloesje aan en zag er gewoon slecht uit. Ik vroeg hoe het ging en ze zei nogal monter dat het wel ging allemaal. Ik vroeg of ze geschrokken was, en ze zei dat ze erg bang was, en (!) wanneer ze weer de alfabetiseringslessen kon gaan volgen. Dat het nu afgelopen was met de mannen en dat ze naar school wilde (dat wilde ze altijd wel, maar dat stond haar moeder niet toe). Ik vroeg haar hoe het met haar gezondheid ging, er zat een duidelijk zichtbaar pussend kogelgat in haar rechterarm, en ze liet me ook een wond hoog bij haar sleutelbeen zien. Bont en blauw, klein, een paar hechtingen. Ze vertelde me dat ze ook nog een grote wond op haar buik had en geen op haar rug. Ik ben geen ballistisch expert, maar ik vermoed dus dat de kogel ergens op is afgeketst en aan de voorkant er ook weer is uitgegaan.

Ik moet zeggen dat dat een behoorlijk zwaar moment was, om zo de familie (L. was er ook bij) van de paar blokken van de compound van Our Little Roses naar de kliniek te lopen. Het ging langzaam omdat deze twee mensen zijn neergeschoten, en S. probeerde ondertussen over koetjes en kalfjes te praten terwijl Doña D. vooral bezig was over hoe moedig S. wel niet was en hoe arm ze waren. (En over hoe de mensen van de bus haar de vorige dag een lelijke snee in haar vinger hadden gegeven omdat ze wel de bus in was gegaan, maar geen geld had om hem te betalen. Zo straffen ze zwartrijders hier.) L., bless her heart, was gewoon vrolijk en blij.

In de kliniek was men snel en professioneel. Dorothea, de verpleegkundige, nam S. haar gegevens af en nadat iedereen gesetteld was ben ik weggegaan, aan het werk. Hier vond ik dat een beetje afstand gepast was, en dat ik niet moest blijven om het consult mee te maken. “Professionele distantie” is het sleutelwoord, en hoewel het een schimmige term is, is het wel verstandig het te proberen te handhaven. Wel heb ik Tony gevraagd me te bellen zodra ze weg waren om me even te vertellen over hoe en wat.

Na een uurtje belde Tony op, die wel onder de indruk was van het geval. Hij zei dat er een groot probleem met hygiene was, en dat S. zware infectie heeft. Hij zei echter ook, dat als ze 5 dagen op een rij naar de kliniek komt, en Tony haar wonden elke dag schoon kan maken en verbinden, en daar bovenop elke dag een injectie kan geven tegen de infectie, dat de kans op 100% herstel van S. dan heel erg groot is. Toen we ophingen kreeg ik een seintje van de wacht van Our Little Roses dat de familie alweer aan de poort stond. S. had bloed op haar kleren, maar ook een keurig nieuw verband om haar arm, en zag er blijer uit. Doña D. bedelde om geld. Ik heb gezegd dat ik ze geen busgeld ging geven. Ik vertelde ze dat ik ervoor zou zorgen dat ze nog 4 dagen naar de kliniek konden komen en dat ik ervoor zou zorgen dat de medicatie er zou komen, de consulten betaald, maar het was hun verantwoordelijkheid om ook elke dag, zonder uitzondering te komen. Aan S. vroeg ik of ze begreep hoe belangrijk dit was, omdat ze dan 100% kon herstellen en de rest van haar leven zonder chronische kwaaltjes kon beginnen. Aan Doña D. vroeg ik of ze begreep hoe groot haar verantwoordelijkheid als moeder van S. hierin was. Beiden begrepen het, en potverdikkie, ook donderdag en vrijdag verschenen ze op het consult.

Het lijkt er dus op, dat het fysiek in ieder geval in orde gaat komen met S., maar ze zal er psychologisch wel een behoorlijke dreun van hebben opgelopen. Voor de komende tijd is het voor mij zaak ervoor te zorgen dat ze niet terug gaan naar Cofradia. D. en S. zijn allebei bang om terug te gaan, maar hebben alleen dat kleine huisje waar ze naartoe kunnen. D. wil niet bij haar zoon blijven, maar ik heb haar ook gevraagd om na te denken over wat de dader, die probeerde hen te vermoorden en wat niet is gelukt, nog verder wil gaan doen. Ik heb geprobeerd de boodschap bij D. door te laten dringen, maar als ze besluit S. terug te laten gaan naar Cofradia denk ik dat ze serieus het leven haar haar dochter (weer) op het spel zet. Ik ben bang, dat ze bij gebrek aan keuzes, en toch ook een beetje door het profijt dat ze kan trekken van haar dochters ellende, misschien toch terug zal gaan naar Cofradia. Terwijl ik juist denk, dat het voor iedereen, inclusief de nu bange mensen die nog wonen in het project in Cofradia, gewoon beter is als ze niet meer teruggaan.

Tenslotte wil ik nog even zeggen: de medische consulten, en de medicatie worden betaald vanuit het medisch project voor gemarginaliseerde kinderen dat Our Little Roses Nederland, samen met het NCDO, heeft opgezet in Honduras. Iedereen die hieraan heeft bijgedragen en meegewerkt heel erg bedankt; het maakt een echt verschil in de wereld.

Hartelijke groeten uit Honduras,

Niek

Meer info: www.ourlittleroses.nl

  • 21 Januari 2006 - 19:49

    H. De Goeij:

    Wat een ellende en wat een geluk dat we vanuit nederland in staat zijn om hier de goede medische zorg mogelijk te maken. Sterkte ermee!

  • 21 Januari 2006 - 20:41

    Jeanny:

    Wat een indrukwekkend verhaal! Sterkte met alles en beterschap

  • 21 Januari 2006 - 23:39

    Bart:

    Wat een ellende. Maar: prachtig dat we iets kunnen betekenen vanuit het verre Nederland.
    Beterschap,

    Bart.

  • 23 Januari 2006 - 17:57

    Mar:

    Fijn om te horen dat jouw pogingen hebben geholpen. Ik hoop dat de goede richting aanhoudt.
    Liefs uit Granada, Nicaragua

  • 26 Januari 2006 - 16:45

    Beatrijs:

    Pff..wat een verhalen.. Ook ik wens je heel veel succes en sterkte. En inderdaad erg fijn om te lezen dat je een verschil kan maken....

  • 06 Maart 2006 - 09:51

    Susanne:

    Ik ben geadopteerd uit honduras,weet eigenlijk niets van het land.Maar als ik dit lees breekt mijn hart.Wat goed wat u allemaal doet! liefs voor iedereen daar Susanne

  • 02 April 2006 - 16:24

    Raimundo:

    ey susanne ik ben ook geadopteerd uit honduras.
    kan je mijn msn mischien toevoegen aan je msnlijst?
    indiaantje2003@hotmail.com

    grt

  • 09 Mei 2007 - 22:05

    Vince:

    Keep up the great work!

  • 11 Juni 2007 - 20:07

    Loime:

    Good work! I like it!
    [@door27.txt||6||p-21||3||

  • 11 Juni 2007 - 20:07

    Loime:

    Good work! I like it!
    [@door27.txt||6||p-21||3||

  • 17 Juni 2007 - 11:36

    Dirjq:

    Good work! I like it!
    [@door28.txt||7||p-31||3||

  • 17 Juni 2007 - 11:36

    Dirjq:

    Good work! I like it!
    [@door28.txt||7||p-31||3||

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Honduras, Cofradía

Mijn eerste reis

Recente Reisverslagen:

05 November 2010

Orkaan, Cholera, en vooruitgang in Haiti

12 Juni 2010

Transfer naar Haiti

01 April 2010

Tijd voor afscheid

20 Maart 2010

Na al dat eten, een break in Santo Domingo

04 Maart 2010

Doorduwen
Niek

Actief sinds 30 Nov. -0001
Verslag gelezen: 393
Totaal aantal bezoekers 290511

Voorgaande reizen:

27 December 2003 - 01 Januari 2020

Mijn eerste reis

Landen bezocht: