Verhuizing Hondurese stijl
Door: Niek de Goeij
Blijf op de hoogte en volg Niek
19 Augustus 2004 | Honduras, San Pedro Sula
Hallo allemaal,
Warme groeten uit Honduras! Het is alweer een aantal weken geleden dat ik van me heb laten horen. De zomer hier in Our Little Roses is de drukste tijd van het jaar en met groepen vijwilligers die komen en gaan en voor mij verschillende projecten op stapel ben ik erg druk bezig geweest. Er was reden genoeg om jullie eens uitgebreid te schrijven, maar vaak kwam het er niet eens van.
Om te beginnen is samen met het ROC Da Vinci College in Nederland en Stichting Steunfonds Our Little Roses Nederland een project opgezet om een tweetal vrijwilligers van de ICT-academie van het Da Vinci naar Our Little Roses te laten komen. Eind juni kwamen Roy van Mierlo en Rino Kadijk, beiden inmiddels 20 lentes jong, hier aan om onder mijn hoede aan de computers en het systeem van Our Little Roses te gaan sleutelen. Ik heb er niet heel veel verstand van, maar Roy en Rino (ook wel “de jongens” of R&R genoemd) gelukkig weer wel. Ik ben met ze van start gegaan door iedereen te vertellen dat “deze computergenieën van stof computers maken”, om de lat niet te hoog te leggen en met frisse zin zonder veel druk in de rug zijn ze van start gegaan.
Eerder die maand had ik gesproken met een priester van de Epsicopaalse kerk in Florida en die vroeg wat we hier nodig hadden. Ik dramde mijn hele lijst met benodigdheden op, het zijn er nogal wat, en noemde terloops ook computers. Een week later had ik een bericht in mijn inbox dat de goede man een twintigtal computers had losgeweekt van een private Episcopaalse school in Florida die dan weer drie weken later hier aankwamen. Roy en Rino hebben geweldig werk gedaan en het computerlab hier volledig hernieuwd. Verder leggen ze door de hele organisatie nieuwe internetverbindingen, werken aan een server, repareren wat er te repareren valt en maken het systeem hier zo goed als het ooit geweest is. Zo in hun laatste drie en een halve week is er nog genoeg voor ze te doen en de stress slaat al een beetje bij ze toe (“krijgen we het allemaal wel af?”), maar ze hebben tot nu toe al alle hoge verwachtingen waar gemaakt.
Ondertussen moest ik denken aan het komende schooljaar. Our Little Roses heeft een tweetalige school opgezet in eerste instantie voor de opvang en opleiding van onze eigen meisjes, maar inmiddels hebben we iets minder dan 90 leerlingen, 15 van Our Little Roses en de rest uit de gemeenschap. De school levert ons gratis onderwijs voor de meisjes en we verdienen er ook nog wat geld aan omdat de school privé is. Daarbij verhogen we het niveau van onderwijs in Honduras en bieden we veel kinderen uit de middenstand hier de kans om een goede tweetalige opleiding te volgen die anders alleen voor rijke kinderen weggelegd was. Voor deze school zijn we grotendeels afhankelijk van vrijwilligers uit het buitenland (vooral de VS en Canada), omdat die voor niets komen werken en de Engelse taal als moedertaal hebben. Toen ik in Januari mijn taak als vrijwilligerscoordinator opnam, hadden we 6 vrijwilligers hier rondlopen: een recordaantal. Nu heb ik zelf 8 maanden de kans gehad om eraan te werken en kan met gepaste trots vermelden dat we er op dit moment 10 hebben.
Natuurlijk moesten deze vrijwilligers ook ergens komen te wonen. Nu was het in het verleden het geval dat er voor vrijwilligers maar wat plaatsen werden bij elkaar gesprokkeld. Zo was er het afgelopen jaar een vrijwilligershuis waar ruimte was voor 4 en woonden er nog drie andere verspreid over drie verschillende locaties. Vervolgens werd er voor mij een veel te groot huis (vier kamers) gehuurd voor alles bij elkaar $275 per maand. Bovendien heeft Our Little Roses een pand in bezit, 5 jaar geleden als donatie gebouwd door een Hondurese aannemer, met 12 kleine appartementjes erin, wat leeg stond. Dat complex werd bewoond door de oudste meisjes van OLR, maar nadat een aantal meisjes had laten zien “niet met de vrijheid om te kunnen gaan” en er tot overmaat van ramp een man vermoord werd op de drempel van het pand werd een klein jaar geleden besloten de meiden weer naar binnen te halen. Nu had het pand een tijd leeggestaan en sloeg ik aan het denken. Stel dat we met alle vrijwilligers in dat appartementencomplex gaan wonen. Dan slaan we een muur tussen twee appartementjes uit zodat we een grote woonkeuken hebben (voor cohesie onder de vrijwilligers). Dan besparen we een kleine $3500 per jaar op huur voor een veel te groot huis voor mij, kunnen alle vrijwilligers als een gezellige club op een plaats zitten en kunnen we het oude vrijwilligershuis verhuren zodat we nog meer geld (zo’n $2000 per jaar) voor de organisatie kunnen verdienen. Dat is in Nederland misschien gewoon maar een stevig maandsalaris, maar hier spreken we dan over drie jaarsalarissen. Dat verklaart ook mijn gene voor het wonen in zo’n groot en duur huis.
Met deze ideeën ben ik een aantal maanden geleden met de directrice gaan praten en die vond het prima. Ik ben vervolgens aan het informeren en organiseren gegaan en afgelopen week heb ik met de hulp van Roy en Rino alle vrijwilligershuisvesting leeggehaald en ons in het appartementencomplex gehuisvest. Dat klinkt zo in tien woorden heel erg gemakkelijk, maar niets is minder waar. Vanzelfsprekend had ik hulp nodig in de voorbereiding en die heb ik volop gevraagd, maar naar goed Hondurees gebruik viel het allemaal niet mee.
Het grootste probleem waar ik hier in Our Little Roses tegenaan loop is dat er weinig verwantwoordelijkheidsgevoel is bij veel mensen. Ik wil daar geen cultureel stigma van maken, maar in de eerste maanden bleek gewoon al dat taken nauwelijks verdeeld zijn, zodat bijna niemand zich ergens verantwoordelijk voor voelt, noch iemand verantwoordelijk gehouden kan worden. Daar heb ik geprobeerd verandering in te brengen door boven water te krijgen wie waarvoor verantwoordelijkheid draagt en dat steeds formeler te krijgen. Om vervolgens dingen gedaan te krijgen, een onderhoudstaak, een administratieve taak, communicatie met en opvang van groepen vrijwilligers e.d. kun je de hulp vragen van mensen die daarvoor verwantwoordelijk zijn. Nu is dat een leerproces, voor mij en voor iedereen hier. Ik probeer (soms met de moed der wanhoop) alles te bewerkstelligen door precies de formele lijnen te volgen die er liggen, in de wetenschap dat er vaak toch niets gaat gebeuren. Als dan de nood echt aan de man komt moet ik doen wat ik eigenlijk niet wil: iedereen passeren en huilend bij de directrice op de stoep gaan staan omdat ik weet dat dan alles wel gebeurd.
Affijn, zo ging dat dus ook met het verhuizen van de vrijwilligers naar de appartementen. Ik had een keurig tijdsschema van 2,5 maanden om helemaal niet zoveel werk te doen. De appartementen moesten schoon en geverfd worden, er moest meubilair verhuisd worden, reparaties uitgevoerd en ingehuisd woren. Aangezien we elke zomer zoveel vrijwilligers van Amerikaanse missiegroepen hebben vroeg ik aan de dame die die coördineert of ze dat door een groep als project kon laten doen. Dat is niet gebeurd, maar haar kantoor is wel geverfd deze zomer. Aan de dame die de “maintenance”-opdrachten uitgeeft heb ik een lijst met onderhoudsproblemen en benodigde reparaties gegeven. Die zijn niet uitgevoerd. De financiële administratie had geen budget vrijgemaakt voor de behuizing, zodat we alles zelf hebben mogen voorschieten. De benodigde kleine donaties (een telefoon, kleine koelkastjes, een video, meubilair), die zeker in de zomer geen enkel probleem zijn omdat zoveel mensen van missiegroepen zo graag iets voor ons willen doen zijn niet gedaan want de daarvoor verantwoordelijke heeft ze niet in de lijst opgenomen. Zelfs de minimale veiligheidseisen die ik gesteld had waren niet voldaan.
Vier weken voor de eigenlijke verhuizing vertrok ik voor twaalf dagen naar Virginia in de VS voor vakantie en wat fondsenwerving. Daar was ik op een dag op bezoek bij het hoofdkantoor van Our Little Roses in Somerset waar op dat moment ook de directrice van Our Little Roses was. Zij vroeg me of ik steun kreeg bij het uitvoeren van dit project. Helaas moest ik nee zeggen en is Diana, zo heet de goede dame, er zelf ook mee aan de gang gegaan. De gevolgen zijn dat de appartementen geschilderd werden (door ingehuurde, betaalde mensen terwijl de hele zomer mensen van missiegroepn vrijwillig hun werk kwamen aanbieden), een aannemersbedrijf ingehuurd werd zodat drie dagen voor de eerste van de 7 nieuwe vrijwilligers (buiten Roy, Rino en ik) er kon gaan worden overgehuisd. R&R en ik hebben echt hard moeten pezen, Roy zei op enig moment dat ie er dood neer bij zou vallen (de aansteller), maar we hebben het gered. Terwijl de verf letterlijk nog nat was konden de eerste nieuwe vrijwilligers inhuizen in hun appartementjes. Zo stond ik vorige week elke dag, van woensdag tot en met zondag, op het vliegveld met bordjes de nieuwe vrijwilligers binnen te halen. Misschien waren de lege appartementjes in eerste instantie voor iedereen schrikken, maar voor mensen die weten hoe de huisvesting voor vrijwilligers hier eerst was, is het een paleis: airco per kamer, eigen keukentje, badkamer en binnenkort zelfs een internethoek. Nu is het een gezellige boel en op wat kleine zaken na (kapotte sloten, lekkende gootsteen en chaos in de gemeenschappelijke keuken/woonkamer etc) is iedereen gesetteld.
Deze week is nog de introductieweek voor iedereen. In het verleden is het vaak geweest dat vrijwilligers in het diepe werden gegooid, zodat ze de eerste maand vaak niet gelukkig rondliepen omdat ze niet wisten van hoe en wat. Dat wil ik voor dit jaar vermijden: we willen blije, tevreden vrijwilligers, want dat verdienen ze voor het werk dat ze hier belangeloos komen doen. Daarom mocht niemand komen voordat het schooljaar echt zou gaan beginnen, zodat er meteen volop gewerkt kon worden en er niemand aan zijn of haar lot overgelaten zou worden. Dus in deze week krijgen ze de hele organisatie te kennen, inwerken in hun functie (soms functie bijstellen/veranderen) en de stad leren kennen. Waar boodschappen doen, waar visum verlengen, naar de markt, de bank, kledingwinkels etcetera. Erg leuk en met een groep van 3 nationaliteiten (VS, Canada en Nederlands) denk ik dat het dit jaar allemaal best in orde komt. Wordt vervolgd.
Ik moet zeggen dat dit alles me de laatste weken erg heeft bezig gehouden. Ik ben best gewend hard te werken, maar nu moest ik er echt goed tegenaan. Er was erg weinig tijd over mijzelf. Nu wordt het weer per dag beter. De meiden hebben weinig van me gezien de laatste weken, maar mijn schatten zijn er erg flexibel in. Af en toe kwam ik bezweet en druk voorbijrennen en dan moet ik mijzelf eraan herinneren te onthaasten. Het is nog steeds heerlijk om te merken hoe de meiden met zijn allen van elke dag voor mij weer een leuke maken. Ik kan nog zo’n erge baaldag hebben, de beste oplossing is gewoon om een paar uur met ze te gaan praten of gewoon hangen. Sinds gisteren ben ik ook weer beschikbaar om te voetballen met ze. R&R hebben dat in de drukke weken voor mij waargenomen, maar nu ben ik zelf ook weer van de partij. Gisteren hebben de meiden samen met de drie Nederlanders met 5-4 van de straatkinderen verloren. Vandaag pakken we ze!
Groet vanuit Honduras,
Niek
P.S.: Kijk voor meer informatie op www.ourlittleroses.nl of voor kortere en regelmatiger updates op www.niekdegoeij.waarbenjij.nu
P.P.S.: Roy en Rino houden hun ervaringen bij op www.van-mierlo.org De jongens zijn op een missie gezet door me om voor hun vertrek minimaal 1000 foto’s digitaal online te zetten. Onder foto-album tref je de eerste 986 aan.
Warme groeten uit Honduras! Het is alweer een aantal weken geleden dat ik van me heb laten horen. De zomer hier in Our Little Roses is de drukste tijd van het jaar en met groepen vijwilligers die komen en gaan en voor mij verschillende projecten op stapel ben ik erg druk bezig geweest. Er was reden genoeg om jullie eens uitgebreid te schrijven, maar vaak kwam het er niet eens van.
Om te beginnen is samen met het ROC Da Vinci College in Nederland en Stichting Steunfonds Our Little Roses Nederland een project opgezet om een tweetal vrijwilligers van de ICT-academie van het Da Vinci naar Our Little Roses te laten komen. Eind juni kwamen Roy van Mierlo en Rino Kadijk, beiden inmiddels 20 lentes jong, hier aan om onder mijn hoede aan de computers en het systeem van Our Little Roses te gaan sleutelen. Ik heb er niet heel veel verstand van, maar Roy en Rino (ook wel “de jongens” of R&R genoemd) gelukkig weer wel. Ik ben met ze van start gegaan door iedereen te vertellen dat “deze computergenieën van stof computers maken”, om de lat niet te hoog te leggen en met frisse zin zonder veel druk in de rug zijn ze van start gegaan.
Eerder die maand had ik gesproken met een priester van de Epsicopaalse kerk in Florida en die vroeg wat we hier nodig hadden. Ik dramde mijn hele lijst met benodigdheden op, het zijn er nogal wat, en noemde terloops ook computers. Een week later had ik een bericht in mijn inbox dat de goede man een twintigtal computers had losgeweekt van een private Episcopaalse school in Florida die dan weer drie weken later hier aankwamen. Roy en Rino hebben geweldig werk gedaan en het computerlab hier volledig hernieuwd. Verder leggen ze door de hele organisatie nieuwe internetverbindingen, werken aan een server, repareren wat er te repareren valt en maken het systeem hier zo goed als het ooit geweest is. Zo in hun laatste drie en een halve week is er nog genoeg voor ze te doen en de stress slaat al een beetje bij ze toe (“krijgen we het allemaal wel af?”), maar ze hebben tot nu toe al alle hoge verwachtingen waar gemaakt.
Ondertussen moest ik denken aan het komende schooljaar. Our Little Roses heeft een tweetalige school opgezet in eerste instantie voor de opvang en opleiding van onze eigen meisjes, maar inmiddels hebben we iets minder dan 90 leerlingen, 15 van Our Little Roses en de rest uit de gemeenschap. De school levert ons gratis onderwijs voor de meisjes en we verdienen er ook nog wat geld aan omdat de school privé is. Daarbij verhogen we het niveau van onderwijs in Honduras en bieden we veel kinderen uit de middenstand hier de kans om een goede tweetalige opleiding te volgen die anders alleen voor rijke kinderen weggelegd was. Voor deze school zijn we grotendeels afhankelijk van vrijwilligers uit het buitenland (vooral de VS en Canada), omdat die voor niets komen werken en de Engelse taal als moedertaal hebben. Toen ik in Januari mijn taak als vrijwilligerscoordinator opnam, hadden we 6 vrijwilligers hier rondlopen: een recordaantal. Nu heb ik zelf 8 maanden de kans gehad om eraan te werken en kan met gepaste trots vermelden dat we er op dit moment 10 hebben.
Natuurlijk moesten deze vrijwilligers ook ergens komen te wonen. Nu was het in het verleden het geval dat er voor vrijwilligers maar wat plaatsen werden bij elkaar gesprokkeld. Zo was er het afgelopen jaar een vrijwilligershuis waar ruimte was voor 4 en woonden er nog drie andere verspreid over drie verschillende locaties. Vervolgens werd er voor mij een veel te groot huis (vier kamers) gehuurd voor alles bij elkaar $275 per maand. Bovendien heeft Our Little Roses een pand in bezit, 5 jaar geleden als donatie gebouwd door een Hondurese aannemer, met 12 kleine appartementjes erin, wat leeg stond. Dat complex werd bewoond door de oudste meisjes van OLR, maar nadat een aantal meisjes had laten zien “niet met de vrijheid om te kunnen gaan” en er tot overmaat van ramp een man vermoord werd op de drempel van het pand werd een klein jaar geleden besloten de meiden weer naar binnen te halen. Nu had het pand een tijd leeggestaan en sloeg ik aan het denken. Stel dat we met alle vrijwilligers in dat appartementencomplex gaan wonen. Dan slaan we een muur tussen twee appartementjes uit zodat we een grote woonkeuken hebben (voor cohesie onder de vrijwilligers). Dan besparen we een kleine $3500 per jaar op huur voor een veel te groot huis voor mij, kunnen alle vrijwilligers als een gezellige club op een plaats zitten en kunnen we het oude vrijwilligershuis verhuren zodat we nog meer geld (zo’n $2000 per jaar) voor de organisatie kunnen verdienen. Dat is in Nederland misschien gewoon maar een stevig maandsalaris, maar hier spreken we dan over drie jaarsalarissen. Dat verklaart ook mijn gene voor het wonen in zo’n groot en duur huis.
Met deze ideeën ben ik een aantal maanden geleden met de directrice gaan praten en die vond het prima. Ik ben vervolgens aan het informeren en organiseren gegaan en afgelopen week heb ik met de hulp van Roy en Rino alle vrijwilligershuisvesting leeggehaald en ons in het appartementencomplex gehuisvest. Dat klinkt zo in tien woorden heel erg gemakkelijk, maar niets is minder waar. Vanzelfsprekend had ik hulp nodig in de voorbereiding en die heb ik volop gevraagd, maar naar goed Hondurees gebruik viel het allemaal niet mee.
Het grootste probleem waar ik hier in Our Little Roses tegenaan loop is dat er weinig verwantwoordelijkheidsgevoel is bij veel mensen. Ik wil daar geen cultureel stigma van maken, maar in de eerste maanden bleek gewoon al dat taken nauwelijks verdeeld zijn, zodat bijna niemand zich ergens verantwoordelijk voor voelt, noch iemand verantwoordelijk gehouden kan worden. Daar heb ik geprobeerd verandering in te brengen door boven water te krijgen wie waarvoor verantwoordelijkheid draagt en dat steeds formeler te krijgen. Om vervolgens dingen gedaan te krijgen, een onderhoudstaak, een administratieve taak, communicatie met en opvang van groepen vrijwilligers e.d. kun je de hulp vragen van mensen die daarvoor verwantwoordelijk zijn. Nu is dat een leerproces, voor mij en voor iedereen hier. Ik probeer (soms met de moed der wanhoop) alles te bewerkstelligen door precies de formele lijnen te volgen die er liggen, in de wetenschap dat er vaak toch niets gaat gebeuren. Als dan de nood echt aan de man komt moet ik doen wat ik eigenlijk niet wil: iedereen passeren en huilend bij de directrice op de stoep gaan staan omdat ik weet dat dan alles wel gebeurd.
Affijn, zo ging dat dus ook met het verhuizen van de vrijwilligers naar de appartementen. Ik had een keurig tijdsschema van 2,5 maanden om helemaal niet zoveel werk te doen. De appartementen moesten schoon en geverfd worden, er moest meubilair verhuisd worden, reparaties uitgevoerd en ingehuisd woren. Aangezien we elke zomer zoveel vrijwilligers van Amerikaanse missiegroepen hebben vroeg ik aan de dame die die coördineert of ze dat door een groep als project kon laten doen. Dat is niet gebeurd, maar haar kantoor is wel geverfd deze zomer. Aan de dame die de “maintenance”-opdrachten uitgeeft heb ik een lijst met onderhoudsproblemen en benodigde reparaties gegeven. Die zijn niet uitgevoerd. De financiële administratie had geen budget vrijgemaakt voor de behuizing, zodat we alles zelf hebben mogen voorschieten. De benodigde kleine donaties (een telefoon, kleine koelkastjes, een video, meubilair), die zeker in de zomer geen enkel probleem zijn omdat zoveel mensen van missiegroepen zo graag iets voor ons willen doen zijn niet gedaan want de daarvoor verantwoordelijke heeft ze niet in de lijst opgenomen. Zelfs de minimale veiligheidseisen die ik gesteld had waren niet voldaan.
Vier weken voor de eigenlijke verhuizing vertrok ik voor twaalf dagen naar Virginia in de VS voor vakantie en wat fondsenwerving. Daar was ik op een dag op bezoek bij het hoofdkantoor van Our Little Roses in Somerset waar op dat moment ook de directrice van Our Little Roses was. Zij vroeg me of ik steun kreeg bij het uitvoeren van dit project. Helaas moest ik nee zeggen en is Diana, zo heet de goede dame, er zelf ook mee aan de gang gegaan. De gevolgen zijn dat de appartementen geschilderd werden (door ingehuurde, betaalde mensen terwijl de hele zomer mensen van missiegroepn vrijwillig hun werk kwamen aanbieden), een aannemersbedrijf ingehuurd werd zodat drie dagen voor de eerste van de 7 nieuwe vrijwilligers (buiten Roy, Rino en ik) er kon gaan worden overgehuisd. R&R en ik hebben echt hard moeten pezen, Roy zei op enig moment dat ie er dood neer bij zou vallen (de aansteller), maar we hebben het gered. Terwijl de verf letterlijk nog nat was konden de eerste nieuwe vrijwilligers inhuizen in hun appartementjes. Zo stond ik vorige week elke dag, van woensdag tot en met zondag, op het vliegveld met bordjes de nieuwe vrijwilligers binnen te halen. Misschien waren de lege appartementjes in eerste instantie voor iedereen schrikken, maar voor mensen die weten hoe de huisvesting voor vrijwilligers hier eerst was, is het een paleis: airco per kamer, eigen keukentje, badkamer en binnenkort zelfs een internethoek. Nu is het een gezellige boel en op wat kleine zaken na (kapotte sloten, lekkende gootsteen en chaos in de gemeenschappelijke keuken/woonkamer etc) is iedereen gesetteld.
Deze week is nog de introductieweek voor iedereen. In het verleden is het vaak geweest dat vrijwilligers in het diepe werden gegooid, zodat ze de eerste maand vaak niet gelukkig rondliepen omdat ze niet wisten van hoe en wat. Dat wil ik voor dit jaar vermijden: we willen blije, tevreden vrijwilligers, want dat verdienen ze voor het werk dat ze hier belangeloos komen doen. Daarom mocht niemand komen voordat het schooljaar echt zou gaan beginnen, zodat er meteen volop gewerkt kon worden en er niemand aan zijn of haar lot overgelaten zou worden. Dus in deze week krijgen ze de hele organisatie te kennen, inwerken in hun functie (soms functie bijstellen/veranderen) en de stad leren kennen. Waar boodschappen doen, waar visum verlengen, naar de markt, de bank, kledingwinkels etcetera. Erg leuk en met een groep van 3 nationaliteiten (VS, Canada en Nederlands) denk ik dat het dit jaar allemaal best in orde komt. Wordt vervolgd.
Ik moet zeggen dat dit alles me de laatste weken erg heeft bezig gehouden. Ik ben best gewend hard te werken, maar nu moest ik er echt goed tegenaan. Er was erg weinig tijd over mijzelf. Nu wordt het weer per dag beter. De meiden hebben weinig van me gezien de laatste weken, maar mijn schatten zijn er erg flexibel in. Af en toe kwam ik bezweet en druk voorbijrennen en dan moet ik mijzelf eraan herinneren te onthaasten. Het is nog steeds heerlijk om te merken hoe de meiden met zijn allen van elke dag voor mij weer een leuke maken. Ik kan nog zo’n erge baaldag hebben, de beste oplossing is gewoon om een paar uur met ze te gaan praten of gewoon hangen. Sinds gisteren ben ik ook weer beschikbaar om te voetballen met ze. R&R hebben dat in de drukke weken voor mij waargenomen, maar nu ben ik zelf ook weer van de partij. Gisteren hebben de meiden samen met de drie Nederlanders met 5-4 van de straatkinderen verloren. Vandaag pakken we ze!
Groet vanuit Honduras,
Niek
P.S.: Kijk voor meer informatie op www.ourlittleroses.nl of voor kortere en regelmatiger updates op www.niekdegoeij.waarbenjij.nu
P.P.S.: Roy en Rino houden hun ervaringen bij op www.van-mierlo.org De jongens zijn op een missie gezet door me om voor hun vertrek minimaal 1000 foto’s digitaal online te zetten. Onder foto-album tref je de eerste 986 aan.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley